Tekens aan de wand

In navolging van andere steden startte Oud Harlingen rond 1999 met het in ere herstellen van muurreclames. In 2014 werd officieel de 20ste en laatste schildering onthuld - met stiekem nog een nabrandertje in 2015.

    Café Sipma

    Het schuimend nat is bijna 200 jaar verbonden geweest aan dit huis. In 1808 was hier al het Groninger Veerhuis gevestigd en het huis zou tot eind jaren '70 van de vorige eeuw een café blijven. Op 12 februari 1900 krijgt Ype Sipma vergunning om in het pand Voorstraat, wijk E, nr. 4 (nu Voorstraat 92) een 'koffiehuis' te openen, met de naam Café De Zon. Later is dit de kledingzaak van de firma Heeger. Hij krijgt ook een vergunning om drank te serveren.

    Ype Sipma trouwt met Wietske Rodenhuis, zij krijgen 3 dochters en een zoon. Op 26 april 1906 koopt hij het pand Franekereind 17. Op de gevel staat dan 'Hoofd depot Bierbrouwerij 't Haantje'. In 1808 was in dit pand al het Goninger Veerhuis gevestigd, dus het heeft een lange horecageschiedenis.

    Ype is een sportief man. In 1908 doet hij mee aan een hardrijderij op de schaats en wint de eerste prijs, een gouden horloge. Maar behalve sportief is Ype ook ondernemend. Samen met de gebroeders De Vlas heeft hij van 1913 tot 1920 een beurtdienst. Op 1 mei 1920 begint hij met Klaas de Jong een beurtdienst tussen Harlingen en Leeuwarden, met het beurtschip Generaal De Wet.

    Zijn dochter Alberdina (Dina) trouwt voor de Tweede Wereldoorlog met Adriaan Stam. Die werkt als machinist bij de Zuiderzeewerken. Het gezin woont dan in de Hoogstraat. In 1952 nemen Dina en Adriaan het café over. Het gezin verhuist naar het Franekereind; ze gaan achter het pand wonen. Het woonhuis is via de steeg in de William Boothstraat te bereiken.
    Tot eind jaren '70 van de vorige eeuw heeft mevrouw Stam-Sipma het café gerund.

    Dina's tweelingbroer Rinse onderhoudt met W. Roersma per vrachtwagen en boot een beurtdienst tussen Harlingen en Leeuwarden onder de naam 'Combinatie Roersma & Sipma'.

    Philips

    De Philips reclame op het pand Voorstraat 7 kon mede dankzij een schenking van de Harlinger Aardewerk- en Tegelfabriek in november 1999 worden gerealiseerd.Dit pand wordt in 1620 'De twee golden ringen' genoemd en in 1827 'Het Paradijs'. Beslist handig, zo'n huisnaam, zeker in de tijd dat er nog geen vastgestelde straatnamen zijn!

    Het pand Voorstraat 7 heeft een bijzondere geschiedenis. Het wordt zeker een eeuw bewoond als '2 halve huizen onder 1 dak'. Zo delen in 1698 bijvoorbeeld meester bakker Frans Goverts en burgemeester Tjeerd Bouwens de ruimte. Mogelijk is het huis dan van voor tot achter en van boven tot beneden in tweeën gedeeld.

    Rond 1920 drijft Homme Poort, muziekhandelaar en oprichter van een taleninstituut, hier een soort Winkel van Sinkel. Hij verkoopt onder meer glas, porselein en aardewerk maar ook muziekinstrumenten, 'spreekmachines' (grammofoons) en platen. De huidige muurreclame is een combinatie van een oude Philipsreclame, die hier op deze muur zat, en muziekinstrumenten die de firma Poort in zijn advertenties afbeeldde.

    C. van der Schoot

    4 juni 2010 is de muurreclame van de firma C. van der Schoot Jzn. op het pand Noorderhaven 99 gereedgekomen.
    Cornelis van der Schoot (1830-1895) kwam oorspronkelijk uit Blokzijl. Van beroep was hij schipper van een zogenaamd 'mattentjalkje'. In de winter sneden de mattenschippers biezen in de Kamper delta en weefden daarvan biezen matten. Deze werden in het voorjaar uitgevent. 's Zomers verkocht hij in Friesland fruit uit de omgeving van Olst en Wijhe.

    Zoon Jan (1854-1949) was koopman en borstelmaker. Hij begon een handel in borstels, bezems, klompen en aanverwante artikelen – eerst in de St. Jacobstraat, later op de Voorstraat en nog weer later op Noorderhaven 101. In 1928 deed Jan van der Schoot de zaak en het pand Noorderhaven 101 over aan zijn zoons Cornelis en Steven. Zij begonnen met het importeren van chinamatten (karpetten van biezen met dessin). Dat werd de hoofdhandel van de broers, naast hun winkel in behang en vloerbedekking zoals balatum, zeil en linoleum. De zaken liepen goed en ze namen een fabriekje uit Drogeham over met handweefgetouwen voor papieren matten. Ook het pand Noorderhaven 99 kwam voor de Tweede Wereldoorlog in hun bezit. De volgende generatie, Jan en Dirk van der Schoot, zonen van Cornelis, werkte ook mee in de zaak. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen zij met het weven van papiertouw. De Kraton in de Droogstraat werd verkocht en de weverij werd verplaatst naar de MAZA aan de Kimswerderweg. Dit complex werd op den duur ingericht voor de fabricage van cocosmatten, lopers en tapijten.

    Zakkenhandel L.A. Dijkstra

    Op het pand Kruisstraat 6 is de muurreclame van Zakkenhandel L.A. Dijkstra in ere hersteld.In 1781 verkoopt brouwer Geert Brouwer zijn pakhuis en mouterij, 'voor weinige jaren nieuw gestigt', voor 1000 goudguldens aan 'old burgemeester' Jane van Slooten. Geert gaat varen op 's lands fregat van Oorlog 'de Faam'.

    Het pand fungeert vervolgens als stal, wagenhuis en stalling, tot het in 1927 in gebruik is als bergplaats voor meubels, bedden en matrassen. Twee jaar eerder begint Lourentius A. Dijkstra elders in Harlingen een handel in jute zakken. Hij verhuist in 1929 naar Grote Kerkstraat 31, dat recht achter dit pakhuis is gelegen, en trekt het pand in de Kruisstraat bij zijn zaak. Het gaat dan allang niet meer alleen om jute zakken. Het assortiment omvat ook manden, klompen, borstelwaren, rieten stoelen, reismanden en aanverwante artikelen.
    Het pand in de Kruisstraat wordt later bij de zaak getrokken. De dierenspeciaalzaak van Gerrit B. Dijkstra sloot in juni 1992 haar deuren.
    Tegenwoordig is het oude pakhuis, met aan de voorzijde een afgeschuind zadeldak en vier bijzondere kruiskozijnen, een rijksmonument.

    Hotel Zeezicht

    Zo'n 100 geleden begon Chris Kroon een café-restaurant in het pand, aan de voorkant van de buitenhaven. Hier was toen ook de sociëteit Concordia gevestigd.De nieuwe zaak krijgt als naam 'Zeezicht', en niet zonder reden. In een VVV-gids van 1910 adverteert de eigenaar: 'Prachtig uitzicht op de Zee en omliggende Eilanden – Speciaal aanbevolen aan H.H. Onderwijzers, welke met hunne Leerlingen Harlingen bezoeken – Zeekijkers disponibel'.

    Van dat prachtige uitzicht is geen woord gelogen. Tegenwoordig is tussen het hotel en de Waddenzee een hogere dijk gelegd, met daarop het kantoor van de Havendienst en een veerbootterminal. In die dagen ligt Zeezicht echter nog pal aan zee. Vanuit de bovenzaal heb je over de Noorderpier heen een vrij uitzicht richting Vlieland en Terschelling.

    De ligging aan zee brengt ook gevaren met zich mee. Na de stormvloed in 1953 drijven de tafels en stoelen door de benedenzaal en tegen Kerstmis 1954 blijft het water aan de achterzijde van het pand juist onder de vensterbanken staan.

    De heer Kroon greep zijn kans toen het naastliggend pand in de Prinsensteeg te koop werd aangeboden: zo kon hij het café uitbreiden met hotelkamers. Hij kocht het pand en vroeg aannemer Hielke van der Zee, de overgrootvader van het huidige aannemersbedrijf, om het pand te verbouwen. Dit moest echter wel bliksemsnel, want de eerste gasten moesten er 's nachts al meteen overnachten - er werd 100 jaar geleden wat gemakkelijker met een vergunningaanvraag omgegaan!
    Later werden ook de andere pandjes in de richting Prinsenstraat aangekocht. De ingang van het hotel was vroeger ook in de Prinsensteeg; de eerste deur ging naar de voorzaal, die lager lag dan de straat en de 2e deur naar het café en restaurant.

    Kroon, getrouwd met Hendrika Elisabeth Wiersma, had vier kinderen, namelijk Trijntje, Marie, Wim (de bekende musicus) en Willie (bekend van het duo de Wilgré's). Oudste dochter Trijntje was getrouwd met Piet Miedema. Zij hadden voor de Tweede Wereldoorlog een bakkerij in Sneek. Het was crisis en vader Kroon vroeg of zij het hotel wilden overnemen. Hun zonen Piet en Chris kwamen in de jaren vijftig in de zaak. Zij zijn later op Terschelling een horecazaak begonnen. In de jaren zestig werd Klaas Homminga de nieuwe eigenaar. Ook Eddy Bolman heeft het hotel nog gerund, hij woonde met zijn gezin boven de zaak.

    In 1978 stond het hotel te koop en na veel wikken en wegen werden Cobi en André Postma, beide bekend met de horeca, de nieuwe eigenaar. In 1983 kon het pand Zeeburg, de voormalige zeilmakerij van Schuil (daarvoor de sociëteit Zeeburg van 1829 –1951; na de brand in 1771 heeft de Friese Admiraliteit ook nog in dit pand gezeten) worden aangekocht. Het hotel is inmiddels gemoderniseerd en uitgebreid heeft een prachtig terras en voldoet aan de wensen van de huidige tijd. De directie wordt gevoerd door de dochters Tessa en Jenny Postma.

    Holzmann

    Een echte Amsterdammer, zonder twijfel met Duitse roots, gaat een lening aan om een eigen bedrijf op te zetten: Carel George Ludwig Holzmann.
    Carel wordt in 1898 in Amsterdam geboren: een echte Mokumer dus. Als hij opgroeit is het crisis en Carel pakt alles aan. Naar aanleiding van een advertentie solliciteert hij in 1921 bij de firma C. van der Schoot & Co in Harlingen. Die woninginrichtingszaak is dan gevestigd op Heiligeweg 60 en Voorstraat 46. De Amsterdamse jongeman wordt aangenomen - op voorwaarde dat hij kan fietsen. Hij moet namelijk onder andere de clientèle in de dorpen rond Harlingen bezoeken!

    Carel zoekt een kosthuis en komt in de kost bij kleermaker Obe Mobach in de Vijverstraat 1. Die woont met zijn gezin boven de timmerwerkplaats van Aege Nauta. De jongste dochter van Mobach is Janke. Zij is 11 jaar als haar moeder overlijdt en heeft al jong geleerd om mee te helpen in de huishouding. Haar broer is Age Mobach, schilder op de Zuiderhaven.

    Carel en Janke krijgen verkering en trouwen op 20 september 1923. Zij krijgen vier kinderen: Grietje, Obe, Co en Age. In 1928 wonen ze in de Nicolaas Baurstraat 51.

    Na zo'n 9 jaar bij Van der Schoot te hebben gewerkt, krijgt Carel een meningsverschil zijn baas over zijn loon en hij besluit voor zichzelf te gaan werken. Hij kan een bedrag lenen van Annie Klein om zo een eigen zaak op te zetten. Wekelijks brengt oudste dochter Grietje wekelijk een bedrag naar mevrouw Klein om zo de lening weer af te betalen. Soms gaat het om een gulden, en als het een goede week is geweest een rijksdaalder.

    Rond 1930 begint Carel Holzmann voor zichzelf, in het pand Lombardstraat 2, hoek Zoutsloot (tegenwoordig William Boothstraat). Hij woont er met zijn gezin en drijft vanuit dit pand een zaak in meubilering, en een stoffeerderij en behangerij. Op 28 oktober 1935 verhuizen ze naar Lanen 62. Dit is een winkelpand en dat is precies wat Carel wil. Zwager Age Mobach schildert Carels naam en beroep op de etalageruiten. Het assortiment, volgens een briefhoof van een factuur, bestaat onder andere Vitrage, Overgordijnen – Karpetten – Loopers – Tafelkleeden

    Carel Holzmann overlijdt op 17 april 1964; hij heeft maar een jaar van zijn AOW kunnen genieten.

    Vischrookerij firma Lichtendahl

    De broers Pier, Gijs, Hendrik en Willem Lichtendahl zijn jonge mannen, wanneer zij in 1915 de Firma Lichtendahl & Co oprichten.De stamvader van de Lichtendahl's in Harlingen is Heinrich Joseph Albert Lichtendahl uit Weesel (vorstendom Pruisen). Heinrich werd geboren in 1807 en overleed in 1895. Al voor 1830 komen we zijn naam in Harlingen tegen. Hendrik, zoals Heinrich dan heet, trouwt met Anna Catharina Rasch uit Harlingen. Ze krijgen 4 kinderen. Later hertrouwt hij met Janke Miedema en ook zij krijgen nog vier kinderen (2 dochters en 2 zonen).

    Zoon Jan trouwt met Marijke Attema; zoon Hendrik met haar zuster Baukje Attema. De laatsten zijn de ouders van de 4 jonge mannen, die hier de vischrookerij beginnen. Harlingen telt in die tijd tal van visrokerijen. In deze hang (er waren wel 10 hangen in het pand) wordt met houtspaanders vis gerookt zoals haring, paling, ansjovis en sardientjes. De haringen krijgen een spies door de kop en worden opgehangen. Het lijkt waarschijnlijk dat daar ook het woord 'hang' vandaan komt.

    Koelingen zoals wij die kennen zijn er in die dagen nog niet. Maar om de hoek, op de Roptaweg, staan ijspakhuizen: wit geverfde panden met dikke muren. 's Winters worden er 'balken' ijs uit de houtkolken gezaagd en hier opgeslagen. Daar kunnen etenswaren 's zomers mee goedgehouden worden.

    Het bewerken van vis in de rokerijen wordt door tientallen mannen en vrouwen gedaan: 'spitters' en 'spitsters'. Het zware en rokerige werk was vast niet erg gezond! Er worden miljoenen haringen bij de firma Lichtendahl verwerkt; talloze kistjes worden naar Duitsland geëxporteerd, onder andere naar Leipzig. Na de afsluiting van de Zuiderzee loopt de aanvoer van haring en ansjovis sterk terug.

    Als de heren Pier en Gijs Lichtendahl 66 en 67 jaar oud zijn, wordt de hang verkocht. In oktober 1958 vestigt het aannemersbedrijf Posthuma & Tigchelaar hier kantoren en een werkplaats.

    Steenhouwerij W van der Zeep & Zn.

    De familie Van der Heide zamelde tijdens de jaarlijkse familiedag geld in om de muurreclame in de Weverstraat op te knappen.
    In 1879 start Wijbe van der Zeep een steenhouwerij, en rond 1890 verhuist hij naar deze plek. Tegenwoordig is deze buurt een rustige woonwijk. In die tijd – tot ver na de Tweede Wereldoorlog zelfs – is het hier echter een en al bedrijvigheid met onder andere een suikerwerkfabriek, tuinderijen, een vetfabriek en de gasfabriek van de stad.

    Het werk gebeurt in de steenhouwerij op de hoek, maar waarschijnlijk ook veel in de open lucht. Op het terrein links van het huis liggen granieten platen, stapels hardsteen en zandsteen en platen marmer. De firma levert onder andere schoorsteenmantels, slijpstenen, grafzerken en marmeren bladen voor meubels.

    Op de fundamenten van de kleine werkplaats bouwt Van der Zeep in 1914 het huidige woonhuis en hij zet meteen een muurschildering op de zijgevel. Hij heeft eer van zijn werk. Terwijl de steenhouwerij na twee generaties bij gebrek aan opvolger moet worden verkocht, trotseert de muurreclame uit 1914 de jaren tot hij in 2005 wordt gerestaureerd.

    Victor Oil

    In dit pand was ooit de Noord-Nederlandsche Olie- en Smeerfabriek gevestigd. Victor Oil was een van de producten waarin men handelde.De firma Hein de Windt dreef in dit pand de Noord-Nederlandsche Olie- en Smeerfabriek. Niet alleen voor de wereldbefaamde Victor Oil konden de Harlingers bij De Windt terecht, ook voor bijvoorbeeld wagensmeer, motorjassenvet, flesjes naaimachineolie en poetskatoen. De slogan van de firma was 'met smeer van Hein de Windt vaart ge gesmeerd'.

    De firma is in 1912 opgericht en heeft een eigen laboratorium voor onderzoek in smeeroliën en vetten. Op de productenlijst staat een groot aantal artikelen zoals Victorolie, motorolie, boorolie, rijwiel- en naaimachineolie in flesjes, elektromotorolie en transformatorolie, wagensmeer, hoefsmeer, ledersmeer en lederolie, motorjassenvet, consistentvet, kogellagervet, vaseline, witte olie, poetskatoen en teerproducten. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw verhuisde het bedrijf naar Doetinchem.

    Drogisterij Tet van den Berg

    Vanaf 1951 werden hier onder andere tetra, wasbenzine, valeriaan, ether en kamferspiritus verkocht.Mevrouw T.Vellinga-van den Berg kocht het pand in 1951. In de jaren vijftig van de vorige eeuw verkocht men hier nog losse chemicaliën, zoals tetra, wasbenzine, valeriaan, ether en kamferspiritus verkocht. Daarnaast natuurlijk ook de gewone drogisterij-artikelen, zoals zeep, tandpasta, aspirine, eau de cologne en verbandartikelen etc.

    Mevrouw Vellinga was van huis uit apothekersassistente en zij maakte zelf aan de hand van receptjes nog likdoornzalf. Later werden verschillende soorten parfumerieën en cosmetica aan het assortiment toegevoegd.

    Aan het eind van de zomer werden beurzen bezocht om cadeau artikelen voor Sinterklaas en kaarsen voor de Kerst uit te zoeken. Nieuwe collecties bijouterieën werden voor elk seizoen, zoals voor de zomer, herfst, Kerst en voorjaarsperiode ingekocht. In 1971 kwam dochter Nely in de zaak en in 1973 startte zij met een schoonheids-salon boven de winkel.

    Het pand bestond uit drie gedeelten. Waar nu de garage is, was toen een plaatsje met een trap naar boven. Boven de winkel was het woonhuis, waar de heer en mevrouw Vellinga met hun drie kinderen woonden. In al die 25 jaar is er veel aan het pand verbouwd om het tot een geheel te maken. In 1976 werd de zaak gesloten en het pand verkocht.

    De Gunst

    In vroeger tijd was hier de herenmodezaak 'De Gunst' van E.A. Speijer, later de woninginrichting van de familie Enbringhof.
    Rond 1900 heeft de Joodse familie Speijer in dit pand een zaak in klokken en antiek zilver- en koperwerk. De Grote Kerkstraat is in die tijd dé winkelstraat van Harlingen. Iedereen winkelt er bij de veelal Joodse zaken: groenten, melk, fruit, klompen, spek, petroleum, rundvlees, doodskisten - er is geen nee te koop.

    In 1911 begint vader Elkan Aron Speijer iets nieuws: De Gunst, in manufacturen en herenconfectie. Als zoon Michiel de zaak later overneemt vervangt hij in de muurreclame op de zijgevel de voorletters 'E.A.´ door een ´M.´ - bij de restauratie is de oorspronkelijke versie aangehouden.

    De omlijsting van de originele muurschildering was nog op het pand aanwezig. De muurschildering zelf was -na overgeschilderd te zijn- aan het oog onttrokken. Na verwijdering van de oude verflaag waren de contouren van de letters nog redelijk zichtbaar, zodat de exacte vroegere kleuren nog goed vastgesteld konden worden. Nadat de gehele ondergrond gerestaureerd was is de tekst van deze muurschildering in juni 2004 door de heer Klaes Posthuma van de Galarie Acanthus opgebracht.

    Pirate sigaretten

    Op deze locatie, Kleine Bredeplaats 25, is in de jaren '40/'50 van de vorige eeuw sigarenmagazijn 't Hoekje gevestigd.Eigenaar van het sigarenmagazijn zijn Gerrit van der Gaast en zijn vrouw Hendrika Godthelp. Gerrit begint ook een groothandel in tabaksartikelen. Zoon Bauke, oud-voorzitter van de vereniging Oud Harlingen, werkt als vertegenwoordiger en zet de groothandel later voort.

    Op de zijgevel staan in de jaren '40 van de vorige eeuw meerdere reclameschilderingen: die van Pirate Virginia cigarettes en eentje van Van Nelle voor koffie en thee. Bovendien zitten er nog twee andere reclameborden op de muur geschroefd. Op de voorgevel zitten ook nog 2 borden, en een uithangbord. In die tijd was er duidelijk nog geen gemeentelijke verordening voor wat betreft het aanbrengen van muurreclames!
    De zaak werd in de jaren zeventig overgenomen door Piet van der Moolen en zijn vrouw Lucy Ferwerda. Piet van der Moolen was naast sigarenhandelaar ook kleermaker.

    Naast de familie Van der Gaast woonde mevrouw Geertje de Jager-Douma, in Harlingen beter bekend als Walle's Geertje, 'koopvrouw in van alles'. Zij werd geboren in 1856 en overleed in 1949, 93 jaar oud. Haar koopwaar stalde zij op het trottoir uit. Het standbeeld staat voor haar woning.

    Gruno rijwielen

    Brouwersstraat en Rozengracht waren lang de zuidelijke invalswegen van de stad: een uitgelezen plek voor een 'reclamebord'.De Brouwersstraat en de Rozengracht vormden van oudsher (vanuit het zuiden gerekend) de invalswegen naar de binnenstad. Na de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 werd het verkeer door de stad ook intensiever.Vanuit Alkmaar reed het autoverkeer (de autobus) via Zurich, de Zuiderzeeweg, onderaan de zeedijk, via Zeeweg, Caspar di Roblesstraat, Nieuwe Weg, Schoolstraat, Zuiderhaven door de Brouwersstraat naar de Hoogstraat en via de Midlumerweg de stad weer uit. Het pand Zuiderhaven/hoek Brouwersstraat was dus uitermate geschikt voor muurreclames. De middenstand of bedrijven gaven de plaatselijke schilders vaak opdracht voor het schilderen van een muurreclame. Men huurde voor een bepaald bedrag een aantal vierkante meters. Op de zijgevel van dit pand hebben vaak meerdere muurreclames gestaan zoals van de Fa. Gebr. Hoeksema, Stoomververij en Chemische Wasscherij, Hoekstersingel uit Leeuwarden, Van Houten's Cacao en... van Gruno, een fabrikant van rijwielen uit Groningen.

    De Sperwer

    De muurreclame van De Sperwer is op particulier initiatief geplaatst, en door Oud Harlingen opgefrist in het kader van het 'stadsbrede' project rond muurschilderingen.Het is in 1900 geen slecht idee van Rommert Tigchelaar om de winkel in de Hoogstraat over te nemen. De straat is op dat moment namelijk de doorgaande weg van Harlingen naar Leeuwarden – dat is nu bijna niet meer voor te stellen!

    Rommert is geen subtiel man. Voor verschillende akkefietjes moet hij voor de rechtbank in Leeuwarden verschijnen. Zo heeft hij eens onvoldoende wisselgeld in huis voor een klant, waardoor zij hem 3½ cent schuldig blijft. Als ze spek heeft gekocht en weer kleingeld heeft, zal ze het geld alsnog brengen. Maar Rommert is ongeduldig. Als hij haar op straat tegenkomt vraagt hij luid of ze al spek heeft gekocht. Diezelfde dag smijt de vrouw bij hem een gulden op de toonbank, waarna een handgemeen ontstaat.

    Het bedrijf sluit zich in latere jaren aan bij de Sperwer. Die keten wordt in 1928 opgericht door ondernemers die door samenwerking hun marktpositie willen verbeteren. Hun slogan is: 'De Sperwer spiedt naar wat U voordeel biedt'. Eigenaren van de winkel zijn o.a. geweest Tjerk Tigchelaar, Lolke van der Veen en Watze Cuperus.
    Het pand heeft behalve een muurreclame ook een baksteen met inscriptie: T.T. (Tjerk Tigchelaar) 24.5.1901. Naar de betekenis van die datum zoeken we nog!


    P.H. Kerstel

    Paulus Hendrikus Kerstel kwam oorspronkelijk uit Utrecht. Hij schopte het in Harlingen tot een kapperszaak, een muurschildering en... ansichtkaarten.Kapper en barbier P.H. Kerstel was getrouwd met Petronella van Nus. Het paar woonde eerst in wijk E38 (nu de Voorstraat). Later woonden het gezin in wijk F, de wijk Schritsen/ Spekmarkt, waar hij in het pand Spekmarkt 1 een kapperszaak dreef. Het echtpaar kreeg 4 kinderen, van wie drie in het pand op de Spekmarkt werden geboren. Vader Kerstel is 14 december 1921 op 63-jarige leeftijd overleden.

    De vereniging Oud Harlingen verkeerde lang in de veronderstelling dat de naam van de kapper Kersten was. Op een oude foto viel 'Kerste...' te ontcijferen, en aangenomen werd dat de naam wel Kersten zou zijn. Gelukkig meldde de een lid van de vereniging, de heer Severein uit Alkmaar, nog tijdig voor het schilderen van de reclame dat de juiste naam Kerstel is. Tjerk Severein had in augustus 1998 een oproep gedaan in de rubriek 'Wie, Wat, Waar' van de Harlinger Courant. Op verschillende oude foto's van Harlingen staat een man met hoed en koffertje afgebeeld, en de heer Severein vroeg zich destijds af wie die man toch kon zijn. Mevrouw Griet de Jong meldde toen, dat dit kapper Kerstel was. Hij schoor en knipte blijkbaar door de hele stad, waarschijnlijk ook zeelieden, vandaar dat er ook foto's bekend zijn van kapper Kerstel op het Dok en het Havenplein. Het koffertje, dat hij overal met zich meedroeg, bevatte vermoedelijk zijn kappersgereedschap en lotions.

    General Steam

    Het roemruchte General Steam is terug in Harlingen, dankzij de medewerking van Chinees restaurant Xin Hua. En met een klein grapje van decoratieschilder Klaes Posthuma.Als ze nog bestaan zou hebben, zou de General Steam Navigation Co. uit Londen de oudste stoomvaartmaatschappij ter wereld zijn geweest. Opgericht in 1824 verzorgde de rederij vaarexcursies over de Theems en vracht- en passagiersvervoer over de Noordzee en het Kanaal.

    Later voer General Steam ook op West-Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en de Golf van Mexico. En vanaf 1845 voer de maatschappij ook op Harlingen. Toen meerde de raderstoomboot Rapid in onze stad af, als eerste van een hele reeks zeil- en stoomschepen. De Lion bijvoorbeeld onderhield van 1847 tot 1882 een weekdienst tussen Harlingen en Londen. In 1954 was er zelfs elke woensdag en elke zaterdag een afvaart, en bood de rederij ook vrachtvervoer aan naar het Verre Oosten en de Britse Kanaaleilanden.

    Al in 1920 werd de General Steam Navigation co. overgenomen door P & O Steam Navigation Co., maar het bedrijf bleef toch nog tot 1972 onder eigen naam varen. Van de oprichting tot dat moment voeren bijna 250 schepen onder de vlag van General Steam. Veel meer over het bedrijf valt te lezen in het Magazine 1994 van Oud Harlingen.

    Firma J. Zijlstra Hzn.

    Van 1920 tot ongeveer 1975 was in het pand Voorstraat 69 een zaak in levensmiddelen gevestigd van de firma J. Zijlstra Hzn.Op de zijgevel stonden in de loop van de jaren verschillende muurreclames. Eenvoudige, maar ook een prachtige in Art Deco stijl en een reclame van een vrouw in klederdracht. Vrouwen in klederdracht werden in het begin van de vorige eeuw vaak gebruikt voor het aanprijzen van levensmiddelen. Dit straalde degelijkheid en vertrouwen uit naar de klanten. Denk maar aan Douwe Egberts, Van Houten cacao, Soda en Blooker chocolade.

    In het najaar van 2000 werd contact opgenomen met de toenmalige eigenaar, de heer P. Runia. Hij was positief over het initiatief van de vereniging de schildering terug te brengen, maar onduidelijk was nog welk product de vrouw via de reclame aanprees. Nadat zoektochten op internet en in de bibliotheek geen uitsluitsel gaven, bracht in augustus 2001 een telefoontje naar het Bedrijfshistorisch centrum van Douwe Egberts de oplossing: het moest gaan om een pak suiker. Een afbeelding van het pak suiker is te vinden in de Nieuwe Haarlemsche Courant van 5 november 1929.

    Aan de hand van een oude foto kon decoratieschilder Klaes Posthuma van Galerie/Atelier Acanthus de muurschildering in de loop van 2003 op het pand terugplaatsen.

    In de Harlinger Courant van 2 januari 1920 kwamen we het volgende artikeltje tegen:
    Zoals reeds per advertentie is aangekondigd wordt maandag a.s. de nieuwe winkel van de firma J. Zijlstra Hzn. op den hoek Voorstraat – St. Jacobstraat geopend. Het geheel heeft een grootsch aanzien en ook inwendig is de inrichting daarmee in overeen-stemming, terwijl het de stad een fraaier aanzien geeft. De wanden en de marmeren toonbank zijn met tafeltjes opgezet, die door hun toon, kleur en plaatsing aan het geheel een warm aanzien geven. Een paar tegelversieringen aan den wand, voorstellende de plaats van herkomst van eenige producten verbreken de wandbedekking. Alles getuigt er van dat men zich beijverd heeft de zindelijkheid te bevorderen. In den stijl van het geheel is ook de gaskroon, ontwerp van den heer Jan Kuiler, architect te Hilversum. Aanwezig is een ijskast voor boter, kaas en vet, terwijl centrale verwarming is aangebracht. Al de waren zijn geprijsd, terwijl de firma bezig is verkoop van artikelen onder eigen verpakking in te voeren, waardoor deugdelijkheid van waar gegarandeerd is. De heeren Jan Kuiler, ontwerper, en G. Sluik, aannemer alhier en uitvoerder van het werk, die tevens belast is met het bouwen van een dergelijke winkel te Franeker en Joure hebben alle eer van hun met zeer veel smaak daar neergezet stuk werk”.

    Dodge & Lloyd

    Het pand fungeerde jarenlang als garage, maar is inmiddels terugverbouwd tot woonhuis.Eigenaren van het garagebedrijf op deze plek waren onder andere Jan Visser uit Midlum, later Wiepie Molenaar en Van der Pol. Vaak stond aan de voorkant heel duidelijk 'GARAGE'. Begin jaren vijftig van de vorige eeuw schilderde Age Mobach, de buurman van Molenaar, er iets anders op: reclame voor de automerken Dodge en Lloyd's. Na de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren zestig van de vorige eeuw was Lloyd een Duits automerk van Goggomobiels (dwergauto's).

    Wellicht speelde mee dat het woord 'Lloyd' in die tijd veel gebruikt wordt als vertrouwenwekkende term richting de consument. Daaraan danken we bijvoorbeeld ook NedLloyd, Lloyds Bank en Delta Lloyd.

    Het restaureren van deze muurreclame had bijna tot geschiedvervalsing geleid. Het nog vaag leesbare opschrift 'Lloyd' werd in eerste instantie geassocieerd met Lloyds of London. Deze Engelse verzekeringsmaatschappij van schepen maakt nog steeds aanspraak op de goudschat van de Lutine, het oorlogsfregat dat in 1799 tussen Vlieland en Terschelling verging. Zou die firma hier kantoor hebben gehouden? Terwijl Lloyds op ons verzoek in de Londense archieven dook, bleek dus anders…


    Groothandel Alta Groente en Fruit

    In 1934 vestigde de firma Alta zich in dit pand - destijds aan de doorgaande weg naar Leeuwarden gelegen! - maar de handel was enkele jaren eerder al begonnen, op de Zuiderhaven.In de jaren '30 van de vorige eeuw begon Folkert Alta, getrouwd met Janke Zwaan, op de Zuiderhaven met het venten van aardappelen, groente en fruit. Het gezin bestond verder uit dochters Dickie en Alie en de zonen Dirk en Willem.

    Dit was de start van de huidige groothandel. Folkert leverde samen met zijn collega Bernhard de Vries aan de ongeveer 40 groenteboeren (!) in Harlingen en wijde omgeving. Op de Zuiderhaven ging dat eerst nog met de handkar, later werd overgegaan op de hondenkar. In 1934 verhuisde men naar de Hoogstraat.

    Folkert Alta sr. nam het met de regels niet altijd even nauw, want menig rottend stuk fruit werd in de Zoutsloot gegooid. Het fruit kwam een paar dagen later soms weer voorbij drijven (de milieuheffing hierop moet inmiddels verjaard zijn!) In die tijd was het allemaal zwaar werk, de trossen bananen moesten allemaal via een trapje naar de rijpingskamer worden gesjouwd. De trossen werden aan haken opgehangen en daarna in kleine kammen in kisten gedaan, die een voor een werden gelost.
    Folkert Alta en zijn vrouw woonden in die tijd op de Noorderhaven 51. Ondanks zijn drukke baan had de ondernemer ook nog tijd om van 1949-1953 voor de VVD in de gemeenteraad zitting te nemen.

    Toen zoon Dirk rond 1950 in de zaak kwam, werd er een vrachtauto aangeschaft. Corrie Alta-Overzet, de vrouw van Dirk, hielp ook mee in de zaak. Zij haalde het rijbewijs voor de vrachtauto, wat voor die tijd vrij uniek was. Begin jaren '80 begon zij in de winkel van het pand een boetiek, genaamd de Tienerhoek, en in 1984 opende zij stoffenzaak De Knipskeer, een winkel voor zelfgemaakte creaties en meubels.

    Eind jaren '80 verhuisde de Groothandel in Aardappelen, Groente en Fruit naar de Oude Trekweg 99. Daar was het bedrijf ten tijde van het onthullen van deze muurschildering nog steeds gevestigd; het is nog altijd een familiebedrijf. De kleinzonen van Folkert Alta sr., Folkert en Douwe, zijn de huidige directeuren.


    Speijer

    Dat op dit pand ooit een muurschildering zat was dankzij oude foto's al jaren bekend. Het duurde tot 2014 voor was ontrafeld wie de betreffende winkelier was.Op een foto uit ca. 1920 waren onder andere de woorden 'bedden, dekens' en 'Dames- Heeren- en Kinderkleeding' leesbaar. Op basis van oude advertenties zocht Stefan Elsinga uit welke naburige winkeliers dit soort artikelen destijds in hun assortiment hadden. Zou het het mantelmagazijn van de firma T. Stind zijn geweest, gespecialiseerd in bedden en dekens, in 'springveerenmatrassen', wiegen en ledikanten? Stind verkocht bovendien de bekende 'Bengers ondergoederen', van de tricotagefabrikant Wilhelm Benger uit Stuttgart. Deze vervaardigde zuiver wollen ondergoed, omdat dat een heilzame uitwerking zou hebben op de doorbloeding van de huid. Benger had het patent hiervoor gekregen van zoöloog en hygiënist dr. Gustave Jaeger (1832-1916), die betoogde dat de mens van dierlijke oorsprong is en zich daarom uitsluitend moest kleden met producten van dierlijke afkomst. Het hoofddepot van Benger zat in de Kalverstraat in Amsterdam, maar via de firma Stind drong het grauwe Jaeger ondergoed dus zelfs tot Harlingen door.

    Een andere optie zou kleermaker F. van der Moolen kunnen zijn, die er een 'magazijn' met manufacturen, mantels, bedden en dekens, vitrages, wollen gordijnstoffen, tafelkleeden, Heeren-Confectie en Heerenkleeding naar maat' op nahield. Hier werd ook 'een groote keuze stoffen gaarne per ellemaat verkocht'.
    Op de Voorstraat huisde Elkan Pais Rzn, die adverteerde met manufacturen, bedden, dekens, carpetten en lopers. Datzelfde deed de firma A. Heeger, die bovendien matrassen, ledikanten, wiegen en ruststoelen in de aanbieding had, 'steeds soliede en goedkoop'. Andere kandidaten waren nog H. & B. Flottow, met vestigingen ook in Leeuwarden en Bolsward, en de Gebroeders Voss, die op Grote Bredeplaats 8 een 'Magazijn van elegante dames-, heren- en kinderkleding' hadden (later kledinghuis Oosterhoff). De broers beloofden in hun advertenties 'het besten voor den laagsten prijs!' en mochten zelfs de 'Zeer Eerwaarde Heer Pastoor' tot hun clientèle rekenen.

    In het 'Vloeiboek voor Harlingen' uit 1927, destijds 'Aangeboden door de N.V. Boek- en Muziekhandel v.h. A. Land Ezn.' werd uiteindelijk een advertentie gevonden van de firma A.E. (Aron) Speijer, Zuiderhaven 17 (nu Piet Karsten) – op een steenworp afstand van de schildering dus. De tekst van de advertentie en die van de foto kwamen zoveel overeen, dat de muurreclame met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan de firma Speijer toegeschreven kan worden. Uit deze advertentie nam decoratieschilder Klaes Posthuma het schip en het decoratieve motiefje voor de schildering over.

    Old Smoker

    Vrijdag 7 mei 2010 onthulde Oud Harlingen een reclameschildering aan de Brouwersstraat, van de voormalige sigarenfabriek 'De Nederlanden'.In het verleden was dit een tabakszaak van onder andere de families Zeinstra en Kramer. De huidige eigenaren, de heer en mevrouw M. Horjus, waren enthousiast over het idee van Oud Harlingen ook deze sigarenreclame op de gevel terug te brengen.

    Naspeuringen op internet en in een boekje over 700 jaar Harlingen leerden dat de letters JHZ de initialen zijn van Johannes Hibma & Zoon. De naam van de fabriek was 'De Nederlanden'. De firma produceerde vanaf circa 1875 sigaren van het merk 'Old Smoker', die destijds te koop waren voor 4, 5, 6, 8 en 10 cent per stuk. De sigarenfabriek was gevestigd op de Schritsen en er werkten in die tijd 12 tot 13 personen. Voor de Tweede Wereldoorlog had Harlingen een groot aantal van dergelijke kleinere sigarenfabriekjes.